Compositie
Voordat hij begon met programmeren, zou Galway zijn composities op traditionele manieren hebben uitgewerkt. Dat deed hij op papier of op een muzikaal instrument zoals een keyboard. Hij zou de melodieën, harmonieën en ritmes bedenken die hij wilde gebruiken in zijn stukken.
Coderen
Vervolgens zou Galway zijn composities omzetten in instructies die de SID-chip van de Commodore 64 begrijpt. Dit omvatte het specificeren van de toonhoogte, het volume, de golfvormen en de timing van elke noot.
Optimalisatie
Aangezien de Commodore 64 beperkte geheugen- en rekenkracht had, moest Galway zijn code vaak optimaliseren. Dit zorgde ervoor dat de muziek soepel kon worden afgespeeld zonder het systeem te overbelasten.
Testen en Aanpassen
Nadat hij zijn muziekcode had geschreven, zou Galway zijn composities testen op een Commodore 64. Deze test zorgde ervoor dat ze goed klonken en correct werden afgespeeld. Hij zou indien nodig aanpassingen maken aan de code om eventuele problemen op te lossen of de muziek te verbeteren.
Door deze stappen te volgen, kon Martin Galway muziekstukken maken die de beperkingen van de Commodore 64 hardware overstegen. Zijn muziek wordt nog steeds gewaardeerd vanwege hun technische en artistieke kwaliteit.